Verslag reis naar het Beierse Woud

Terug naar overzicht

Verslag reis naar het Beierse Woud

22 AUGUSTUS: De eerste opstapplek was Pekelahof om 06.00 uur. De laatste was Beerta om 6.50. Het was voor velen wel even wennen zo vroeg op. Maar wie acht dagen op vakantie wil met OSV, moet even doorbijten. En OSV-ers zijn echte die hards. Nergens bang voor en standhouden tot het eind. Zesenveertig personen zaten in de bus. Helaas moesten twee personen op het allerlaatste moment afhaken en gingen twee anderen (door persoonlijke omstandigheden) met eigen vervoer, maar namen wel deel aan de dagelijkse uitstapjes. We werden opgepikt door een chauffeuse van Arriva, die ons naar de eerste stop vervoerde, te weten Gladbeck in Duitsland waar zowel Benjamin (onze Benjamin!) en koffie met Apfelstrudel op ons wachtte. Vele dames in de bus raakten in vervoering. Doar is Benjamin. Most es kieken doar! De eerste tweehonderd kilometer van de circa achthonderd en vijftig, lagen achter ons. Na de koffie en P.P. (plas en peuk) met nu Benjamin op de bok, vervolgden we onze reis. En, we hadden een jarige in de bus. Benjamin maakte er ons op attent. Lammert Schepers uit Nieuw Buinen. En gezongen dat er werd. Hij glunderde van oor tot oor, stond op en zei joa ik bin joarig! En een traktatie volgde. Tegen 12.30 uur lunchten we in het plaatsje Kleinmaischeid, in hotel Maischeider Hof. Prima lunch.Op zijn Gronings “ ’t kon minder”. Met volle buik en goed gemutst begonnen we aan de laatste bijna vijfhonderd kilometer. Om niet in slaap te sukkelen werd het OSV lied “Aan het strand stil en verlaten “ uit volle borst meegezongen. Daar hadden Grietje en Annie voor gezorgd. En Benjamin maar roepen bis, bis! Dat we een ietsje later zouden aankomen was ingecalculeerd. Echter onderweg kwamen we tot de conclusie dat het eerder ruim acht uur zou worden dan zeven uur.Geen nood. Benjamin vroeg, wie Gordon Bleu laat je vingers zien. Wie Vis…. vingers! Wie varkensstukjes…… vingers!. Vele vingers vlogen de hoogte in. Maar het juiste aantal van zesenveertig werd niet bereikt. Na drie keer geteld te hebben, kon eindelijk het hotel gebeld worden om het juiste aantal door te geven. Geregeld dus, te weten. Aankomen, koffers op de kamer en aanvallen! Het pakte een ietsje anders uit. Tegen dik acht uur bereikten we Gasthof-Hotel Dilger in Maierhof op vijf kilometer afstand van het dorpje Rattenberg. Er stonden meer koffers dan personen in het kleine halletje. De namen waren hun bekend. Wie een éénpersoons en wie een tweepersoonskamer kreeg kon aan de hand van die lijst ingevuld worden, met de daartoe behorende sleutel. Noteren en sleutel afgeven. Neen dus. Pas ter plekke werd de kamer indeling gerealiseerd. Een lichte chaos. En dat na ongeveer (voor sommigen) zestien uur onderweg zijnde. Eindelijk hadden we ons kamernummer en de sleutel. Op naar de te kleine lift. Eén persoon en twee koffers, was volle bak. En wat je niet verwachtte? Sommigen wensten een kamer op de benedenverdieping. Bleken er geen kamers op de benedenverdieping te zijn. De eerste verdieping had aan de linkerzijde kamers met nummers onder de tien en ter rechterzijde, kamers beginnend met dertig. En de bovenverdieping boven de tien en twintig. Dat werd met koffers en al trap op, trap af. De verwarring werd nog groter. Sommige die een éénpersoonskamer zouden moeten hebben, kregen een tweepersoons. En meerdere personen werden naar het huis aan de overkant gedirigeerd. Eindelijk tegen negenen kon aangevallen worden. Gordon Bleu, Vis en Varkensstukje gingen er toch met smaak in. En bijna direct daarna viel de stilte in. Slapen in de hitte, op een enkeling na. Woar is mien koffer. En nog wat! Twee gelijke koffers waren verwisseld, en één daarvan was bijna gemold. Ja dat krijg je met een cijferslot, en het niet lezen van de kofferlabel. Totdat Harry over de gang liep, op zoek naar zijn koffer.

23 AUGUSTUS: De eerste nacht was wel even wennen. Een ander bed, andere omgeving en geen airco. Dan de ramen open. Vergeet het maar. Het was buiten net zo warm als binnen. Maar niet getreurd. Wij zijn toch “die hards”? En tot donderdag bleef het zulk weer. Door het vele transpireren, viel je meteen lekker af. Wat s’ avonds weer aangevuld werd, met een blijde hotelbaas tot gevolg. Deze dag werd een rustige. We zouden het Glasdorp Weinfurt in Arnbruck bezoeken. Echter het werd Glasdorp Joska in Bodenmais. Reden? In Weinfurt kon geen lunch geregeld worden. Dat was hier wel mogelijk. Voor velen was deze glasblazerij een weerzien. In 2016 bracht OSV hier ook een bezoek. En het moet gezegd. Het blijft altijd een prachtig gezicht. Benjamin nam een toeristische route door het Nationaal Park Beierse Woud. En heel af en toe gaf de smartphone “een welkom in Tsjechië aan “.Zo reden we verder langs de Grosse Arber, de hoogste berg van het Beierse Woud met een hoogte van 1456 meter en de Kleine Arber. Een skigebied bij uitstek. Benjamin vertelde honderd uit, zonder zich te vergissen. Of toch? De Kleine Arber bleek later de Grosse Arber te zijn. Na een fotostop vervolgden we onze reis. En passeerden de Regen (een zijrivier van de Donau), de Grote Regen en de Zwarte Regen en dan is er ook nog de Witte Regen. En waar komt de naam Regenburg vandaan? Juist ja, van de Regen rivieren, die hier samenkomen. Na nog de Arber See gepasseerd te zijn, bereikten we “: JOSKA “. En de lunch was voortreffelijk. Je kon uitkiezen wat je wenste en bij de kassa was het woord Arriva voldoende om aan je lunch te beginnen. Hierna wachtte Kelly ons op om het één en ander te vertellen over het glasblazen en over Joska in het bijzonder. Na nog wat rondgewandeld te hebben gingen we tegen half vier terug naar ons hotel. De temperatuur vandaag weer boven de 32 graden. ’s Avonds een goed diner en veel kletsen op het terras. Een geslaagde dag, die de vorige gauw deed vergeten.

24 AUGUSTUS: Regensburg staat op het programma, alsmede Walhalla. Maar eerst moesten we een droevige mededeling verwerken. De bootvaart visa versa door de Donaudurchbruch bij Kelheim ging morgen de door. Reden? Een te lage waterstand. Wat wel doorging was een barbecue s’avonds op de parkeerplaats van het hotel. Vandaar dat we die morgen de drie keuzen menukaart niet hoefden in te vullen. In Regensburg wachtte ons een gids op, die ons door het historische centrum leidde. De één een leuke dame, de andere een wat belegen heer. Maar dat mocht de pret niet drukken. Echter des te dichter we het oude centrum naderden, des te kleiner werden de groepen rondom de gidsen. Aanlokkelijker waren de vele terrasjes en kroegjes. En…. Niet te vergeten het braadworstenrestaurant “Wurstkuchli”. Sienus attendeerde ons hierop. Hier bin wie ook west in 2016. Doar over de brugge, links broadworst. Oude tijden herleefden. En de worsten vonden gretig aftrek, zozeer zelfs, dat in de rij gestaan moest worden voor een zitplaats. Daarna “Walhalla”. Een Griekse tempel uit 1830 gebouwd in opdracht van de Beierse Koning Ludwig 1. Zeker een bezoekje waard. Echter achthonderdenvijftig treden waren voor de één een peulenschil, en voor de ander onoverbrugbaar. Enig gemopper hoorde je wel. Weer lopen! De bus bleef geopend voor de achterblijvers, en gaf reden voor Benjamin om koffie te zetten voor de achterblijvers en voor de doorzetters die later zouden komen binnendruppelen. Als kleine pleister op de wonde was er koffie in verband met het niet doorgaan van de boottocht morgen. Geassisteerd door Grietje, werd koffie gezet. Echter het was wel hele sterke koffie. Wat bleek? De koffiekannen werden maar (automatisch) voor de helft gevuld met water, terwijl de filters volledig gevuld waren met filter koffie, voor volle kannen water. Voor Benjamin een groot raadsel. Maar geen mopperen, en vrolijk werd drie keer extra koffie gezet. Al met al een geslaagde dag, die afgesloten werd met een goede barbecue. De hotelbaas ging zo in het bakken op, dat hij letterlijk vele keren in rook opging en bijna onzichtbaar werd. Af en toe roepend. Wie speklapjes, wie worstjes, wie hamburgers etc. En de salades staan op een tafel daarbij wijzend naar de ingang van het hotel. Maar dan op zijn Beiers Duits natuurlijk. en s’ avonds een bingo voor de reis kas van volgend jaar. En de opbrengst was netto honderdvijfenzeventig euro. Coba en Eva bedankt.

25 AUGUSTUS: Omdat een boottocht door de Donaudurchbruch niet kon plaatsvinden, vertrokken we een ietsje later naar klooster Weltenburg voor de lunch. Over lunches de gehele reis gesproken, kan gezegd worden dat schnitzels (zo groot als deurmatten) de voorkeur hadden. En soms was er iets wat eetbaar was en niet thuisgebracht kon worden. Zo ook hier in de Klosterschranke. Het leek op brood, het was vlees o.i.d. Twee dikke plakken, met knödel o.i.d. En… al etende kwam Benjamin langs. We maken toch een boottocht. Het water is niet verder gezakt. We hebben nog even tijd. Kwart over twee aan boord. Dus tijd genoeg om rustig rond te kijken. Klooster, kerk en winkel. Een half uurtje later. Benjamin. Krijg zojuist een telefoontje. Onze groep staat genoteerd voor kwart over één. Om half één verzamelen bij de ingang van het klooster. Lichte paniek. Iedereen was uitgegeten en ging aan de wandel. Immers tijd genoeg. Anderen gingen ook aan de wandel, maar nu op jacht naar deelnemers, om de wijziging door te geven. En inderdaad iedereen stond op de juiste tijd bij de kloosterpoort. En het inschepen kon beginnen. Wij op de boot en Benjamin op de bus naar Kelheim het eindpunt van de boot. Door deze Durchbruch wringt de Donau zich (die hier slechts 400 meter breed is) door een kloof met veel rotsen, bomen en zelfs enkele stranden. Na de boottocht hadden nog tijd over en Benjamin stelde voor om naar Weissbier Brauerei zum Kuchlbauer in Abensberg te gaan. Een kunstzinnige brouwerij met kunsthuis van Hundertwasser en Biergarten, die een bezoek waard waren. Hundertwasser was een Oostenrijks kunstenaar en Hij stond veelal bekend om de door hem ontworpen kleurrijke gebouwen. Nadat sommigen het bekeken hadden verzamelden ze zich in de Biergarten. Daar was het goed toeven. Naast kunstzinnig, was er nog iets opmerkelijks. Consumpties moest je zelf halen. Geen probleem. Echter bij het afrekenen moest je voor je glas of aardewerk extra betalen en, kreeg je een bonnetje. Na het drankje genuttigd te hebben, ging je terug naar de balie. Leverde het glas of aardewerk in, liet je bonnetje zien en kreeg het geld terug. Vier Euro voor glaswerk, twee Euro voor aardewerk. En geen bonnetje? Dan werd het een souvenir voor thuis. Via het Altmuhltal gingen we terug naar het hotel waar wederom een goed diner op ons wachtte. En wederom een geslaagde dag.

26 AUGUSTUS: Vandaag stond Passau op het program. We konden inschepen op het Warsteiner Kristallschiff Spiegelau voor een twee durende Donaucruise. En op het schip gingen we lunchen. In en op het schip waren meer dan één miljoen Swarovski kristallen verwerkt. Maar eerst reden we de prachtige Glassstrasse die begint in de Glasblazershoofdstad Zwiesl. Een prachtige route, afgewisseld door dalen en bossen. Zo langzamerhand zag je het weer een beetje veranderen. De zon verborg zich steeds meer en meer achter de wolken. En de temperatuur ging van 33 naar 25 graden. En af en toe een bui. Neen toch? Zit je straks op het schip en regent het. Na een kleine tweehonderd kilometer bereikten we Passau, en scheepten bijna gelijktijdig in. Gelukkig maar voor sommigen. De ene P gauw op de kade en de andere P aan boord. De tafels stonden gedekt. Aanschuiven maar voor de lunch. En we hadden het al vaker gemerkt. De lunch was een complete maaltijd. En na enkele minuten zag je op je smartphone Welkom in Oostenrijk. En, het weer veranderde als bij toverslag. Volop zon. Na de lunch verkenden velen het schip en bezochten de (kleine) boordwinkel. Na het uitschepen hadden we tijd om Passau op eigen gelegenheid te verkennen. Dat verkennen hield wel in, dat je steile hellingen moest overwinnen om bijvoorbeeld in het oude middeleeuws centrum Hölgasse te komen. Anderen kozen er voor, om het eerste de beste terras met een bezoek te vereren. Net de lunch achter de kiezen, werd er door velen nog een drankje en Apfelstrudel naar binnen gewerkt. En… hier kon men pinnen. Bij ons is het de gewoonste zaak van de wereld, om waar dan ook te pinnen, maar bij de Duitsers moet nog een hele berg beklommen worden voordat pinnen ingeburgerd is. Nou pinnen dus. Echter ontvangst liet vaak te wensen over. De ober overhandigde het pinapparaat om de pincode in te laten voeren en dan was het afwachten, afwachten, en een ober zien rennen, het pinapparaat in de hoogte houdend. Waar krijg ik contact. Eindelijk na een kwartiertje was het gelukt. Doch hoe dan ook wederom een geslaagde dag.

27 AUGUSTUS: We bezoeken vandaag Tsjechië, de historische stad České Budějovice. De hoofdstad van de Tsjechische regio Zuid Bohemen. Hier zal de Budweiser bierfabriek (met gids) bezocht worden. Met een lunchpakket onder de arm gingen we op pad. Neen, deze keer geen lunch onderweg (helaas), dit in verband met de afstand. Te weten honderdvijfentachtig kilometer, en in de regen, die soms behoorlijk naar beneden kletterde. Benjamin vertelde honderden uit over bijvoorbeeld dat bier daar pivo heet, dat de mensen bijna geen religie aanhangen in verband met jaren achter het ijzeren gordijn gezeten hebbende. Dat het landschap meer natuurlijker was dan in Beieren, dat een meer gepflegter landschap had. Over ingemetselde skeletten en doodskophangers in plaats van kruisjes. Pinbetalingen moet je doen in de daar geldende valuta en niet in Euro’s. Je kon van de toiletten in het vroegere grenskantoor gebruik maken door alleen maar vijftig Eurocent in een gleuf te werpen. Andere valuta werd niet geaccepteerd. Nou daar sta je dan. Wisselen? Vergeet het maar. En als de nood het hoogst is, kruip je onder het poortje door. Op naar de bierfabriek. Bier is in Tsjechië heel populair en met een bierconsumptie van 145 liter per inwoner zijn de Tsjechen al jarenlang de grootste bierdrinkers ter wereld. De regen was inmiddels opgehouden. We werden in twee groepen ingedeeld, en voorzien van een hesje. Op naar tekst en uitleg over het bierproces. Nou dat was me trapje af, trapje op. Kelder in, kelder uit. Liftje in, liftje uit. Na nog een bezoek gebracht hebbende aan het winkeltje, waar sprake was van pinstoring, brachten we een bezoek aan Namesti Premysla Otakara II midden in het centrum. Aanbevolen door Benjamin. Hier zou een soort van jaarmarkt zijn, met veel muziek. Het was een vierkant plein van honderd drieëndertig bij honderd drieëndertig meter. Op het plein staat de barokke fontein en rondom het plein prachtige arcade huizen waarvan enkele uit de 13e eeuw dateren. Van een markt en muziek was geen sprake. Je kon wel de Zwarte Toren (72 meter hoog) beklimmen, doch velen gaven er de voorkeur aan, (na bezoek aan de fontein) een terrasje op te zoeken. Er werden nog even enkele Tsjechische kronen gepind en de bestelling kon gegeven worden. (Eén Tsjechische kroon is 0,041 Euro). Wederom een leuke dag. En we konden Tsjechië bijschrijven op ons bezochte landenlijst, voor zover van toepassing zijnde.

28 AUGUSTUS: Geen Finsterau, geen boomkroonpad, maar voor de laatste keer op naar (sinds 1992) UNESCO stad Český Krumlov. Het slechte weer was niet tot bedaren te brengen. Veertien graden en regen. En tot halverwege de week was het ruim boven de dertig graden. De twee genoemde plekken konden in verband met het zeer slechte weer niet bezocht worden. En de terugreis van morgen nog voor de boeg hebbende, deden we het rustig aan. Slechts één bezoek aan Český Krumlov, met lunch. Een kleine tweehonderd kilometer moest er gereden worden en via het kunstmatig aangelegde Lipno stuwmeer bereikten we het stadje, gelegen aan de Moldau. Dit stadje was vroeger de zetel van vele machtige Boheemse families. Onder andere de familie Krumlov. Vandaag de dag is het een beschermd monumentencomplex uit de 16e eeuw. De sprookjesachtige, historische stad Český Krumlov is een van de mooiste renaissance steden van Europa. Met als pronkstuk het kasteel dat hoog boven de stad uit torent. En hier was het waar Eva en Coba beren op hun weg zagen. Na Praag is Český Krumlov de meest bezochte plaats in Tsjechië. Dat bleek op de parkeerplaats. Bussen vol met Koreanen en Japanners reden af en aan. Na het stadje bezichtigd te hebben en de vele winkeltjes in en uit gegaan zijnde, gingen we naar ons lunchadres. We gingen een hotel binnen, daalden af naar een kelder, dan weer een lange gang door, klommen weer naar boven en eindigden in het lunchrestaurant. Met uitzicht op de straatkant. We vragen ons nog steeds af, waarom al dat klimmen en klauteren. Na de lunch waren het enkele stappen en we stonden op straat voor het restaurant. En de lunch? Dit keer geen schnitzel, maar Svíčková Na Smetaně, het nationaal gerecht van Tsjechië. Een vleesgerecht geserveerd met met knedlíky, traditionele Tsjechische knoedels gemaakt van brood- of aardappeldeeg. De knoedels worden in plakjes gesneden en op een bord gelegd, gegarneerd met gesneden rundvlees en vervolgens bedekt met de romige saus. Nadat Benjamin diesel getankt had voor € 1,50, begonnen we aan de terugreis, met nog een allerlaatste bezoek aan het grenskantoortje, annex winkeltje. Per slot van rekening moesten de “plas” bonnen nog verzilverd worden. Wederom een prachtige tocht, wel koude dag. Maar, tijdens het verblijf buiten de bus was het droog.

29 AUGUSTUS: Abreise! Regen en twaalf graden. Heenreis tweeëndertig. Ontbijt zes uur. Koffers in de bus zes uur vijftien. Vertrek kwart voor zeven. En, allen hielden zich hieraan. Voortreffelijk. Benjamin startte de bus, om de ruim achthonderdenvijftig kilometer onder de bus door te laten glijden. Pitstop in Schweinfurt. De eerste ruim twee uur zat erop. Nou, dan wil je wel een P en P. Echter de enige mogelijkheid om de ene P te laten plaatsvinden was een benzinestation. En de Mc. Donalds opende pas om vier uur. Nou daar sta je dan met zesenveertig personen. Het personeel van het station zag het probleem in, en opende voor ons de deur van het toilet. Anderen gingen aan de wandel en voorzagen de bomen van het nodige vocht. Op naar Bad Hersfeld, op naar de lunch, op naar onze schnitzel. Op de heenweg hadden we ene Lammert die jarig was en op de terugweg was het ene Zwanie. Eveneens vijfenzeventig. Dus er moest wederom gezongen worden. Bij de eerste was het Benjamin die het initiatief tot zingen nam, bij de tweede was het Grietje. Het duurde haar blijkbaar te lang en was bang dat Benjamin het vergeten zou. Ze liep naar voren en herinnerde hem eraan. En ja hoor, allen zongen uit volle borst en wel zodanig dat Zwanie kleurde van oor tot oor. Waarna een traktatie volgde. Het was druk op de weg. Files en (bijna) ongevallen volgden elkaar op. En als dit zich nog vaker voordeed, dan moest er van chauffeur gewisseld worden. Immers, de rijtijdenwet! Bij grensovergang de Lutte werd er van chauffeur gewisseld. Ene Bob nam plaats op de bok en Benjamin vertrok in de auto van Bob op weg naar het afscheidsdiner in Westerhaar/Vriezenveensewijk, te weten Kulturhus De Klaampe. Waarin restaurant, sport-cultuur, jeugdwerk en gezondheidszorg elkaar onder één dak vinden. En deze keer niet voor iedereen schnitzel, maar men had keuze uit drie diners. Nadat de keus door Willy opgenomen was in de bus en doorgebeld, kon bijna aan het afscheidsdiner begonnen worden. Echter nog even wachten op onze twee eigen rijders. En na een half uurtje was de gehele reisgroep aanwezig, en kon het afscheidsdiner rustig aan naar binnen gewerkt worden. Hier werd afscheid genomen van Benjamin met de uitdrukkelijke wens, rij en leidt ons volgend jaar weer rond in je nieuwe bus. Zowel de vijf- en achtdaagse reis, naar de Belgische kust met onder andere Gent en het Zwarte Woud (achtdaagse) met zeker het subtropisch eiland Mainau in de Bodensee, en met bootjes naar de Rheinfall. En Benjamin heeft een nieuw Gronings woord geleerd, te weten “Moaze”. Bob bracht ons na afloop veilig naar onze uitstapplaatsen, en na verschillende keren “moi “gezegd te hebben liep de bus langzaam leeg. Een ieder vond het een prachtige reis, goede verstandhouding en sfeer. Zeker door toedoen van Benjamin en Ina, die zich in het zweet gewerkt hebben om deze reis voor ons mogelijk te maken. Geen gekke dingen in welke vorm dan ook. En bijna iedere dag een lunch onderweg. Voortreffelijk! En het hotel, (het inchecken had beter gekund). Maar verder goed hotel, goede verzorging en prima maaltijden. Veel respect wil ik toch wel uitspreken aan de bezitters van rollators. Die hebben zich kranig gedragen over al die keien en kinderkopjes en al die sluip- en kruipdoor weggetjes. Beste reisgenoten OSV-ers bedankt. ’t Was schier. ’t Kon Minder. Een tien met een griffel.

Tot volgend jaar, bij leven en welzijn! Otto Schröder

Recente activiteiten

Wij houden u graag op de hoogte van alles wat er bij de Oldambtster Senioren Vereniging gebeurd.

Klaverjassen en sjoelen

Winschoten - 22-11-2023

Woensdag 22 november 2023 organiseren wij een klaverjassen en sjoelen middag.

Klaverjassen en sjoelen

Winschoten - 8-11-2023

Woensdag 8 november 2023 organiseren wij een klaverjassen en sjoelen middag.

Bingo Beerta

Beerta - 16-11-2023

Op donderdag 16 november 2023 organiseren wij in de Thos kantine een bingo middag.